De heer H.F. Broekhuizen
Nije Buorren 9
8855 CG SEXBIERUM

 

Geachte heer Broekhuizen,

In antwoord op uw bovenvermelde brief delen wij u het volgende mee.

Onder de naam "parkeerbelastingen" worden de volgende belastingen geheven:

a. een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens de verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen in de daarin

aangewezen gevallen door burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

b. een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

De belasting bedoeld in onderdeel a wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.

De belasting bedoeld in onderdeel b wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

De belasting bedoeld in onderdeel a is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren. De belasting bedoeld in onderdeel b is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

Aangezien de parkeercontroleur op 27 november 1997 om 14.20 uur heeft geconstateerd dat uw voertuig, kenteken RJ-75-DP op de Voorstraat stond geparkeerd, zonder duidelijk geplaatste geldige parkeervergunning of zonder de parkeerapparatuur in werking te hebben gesteld, is gezien het bovenstaande de naheffingsaanslag parkeerbelasting terecht aan u opgelegd.

Ter zake van het betaald parkeren geschiedt het in werking stellen van de parkeerapparatuur door het inwerpen van Nederlandse muntstukken van f 0,25, en f 1,--. Er dienen ten minste zoveel muntstukken in de parkeerapparatuur te worden geworpen als nodig zijn om de gewenste parkeerduur te kunnen parkeren.

Indien bij het betaald parkeren op straat gebruik wordt gemaakt van parkeerapparatuur welke na het inwerpen van muntstukken een parkeerkaartje afgeeft, dient dit parkeerkaartje met de tijdsaanduiding aan de bovenzijde op een van buitenaf duidelijk leesbare plaats achter de voorruit van het motorvoertuig te worden aangebracht.

U hebt gezien het bovenstaande uw motorvoertuig niet geparkeerd met in achtnemening van de door ons gestelde voorschriften zodat de naheffingsaanslag parkeerbelasting terecht aan u is opgelegd.

Uw stelling dat geruime tijd voor het tijdstip van het onstaan van de plicht tot betaling van parkeerbelasting is voldaan faalt derhalve.

Uw bezwaarschrift verklaren wij gezien het bovenstaande dan ook ongegrond.

 

 

 

Hoogachtend,

Burgemeester en wethouders van Harlingen

 

Email me

Datum laatste aanpassing: 14 december 2005 18:20:39
Date last update: woensdag, december 14, 2005 18:30:08

Email me